Tijd is geld en geld is tijd

Tijd is geld. Een bekend gezegde. Maar als je deze relatie eens omdraait? Is geld ook tijd? Een bizarre ontdekking volgde.

Volvo kopen

De autoverkoper overhandigde mij de offerte. “Een mooie auto mijnheer”, complimenteerde hij mij. Ik bekeek de offerte. De vanaf prijs was € 26.995, maar de offerte was veel hoger. Zelfs met aftrek van een paar procenten korting. “Dit is echt de beste prijs die ik u kan aanbieden”, lichtte de handige autoverkoper toe. “Want ze gaan als broodjes over de toonbank“. Dat was me al opgevallen. Er rijden veel nieuwe Volvo’s rond vanwege de 14% bijtelling. Ik bekeek het offertebedrag nogmaals. Inclusief alles: € 32.495. Ik droomde weg…

18 maanden van mijn leven

Stel je eens voor: ik verdien modaal inkomen. Niet al te gek, lekker gewoon. Netto sleep je dan € 1.884 per maand binnen. Eens even kijken… Ik schrik. Zo’n Volvo is dus dus bijna 18 maanden werken. Dan betaal ik niets anders. Geen huur, geen eten, geen tijdschriften of boeken. Denk eens in. Voor die mooie Volvo geef ik anderhalf jaar van mijn leven. Dat is 2.400 uur. Wat kan ik allemaal doen in 2400 uur? Daarnaast kost zo’n auto nog eens dubbele tijd in de toekomst. Ik moet er mee naar de wasstraat en naar de garage voor onderhoud. En dat ding gebruikt benzine, parkeren kost geld. Allemaal tijd die ik ook ergens anders aan kan besteden.

Tijd is geld. Ik heb een bergje met geld. Eigenlijk is dat verleden tijd. Tijd is geld en geld is tijd. Met tijd kun je geld maken en met geld kun je tijd kopen. Als je het slim doet tenminste. Want als je een auto koopt, kost je dat weer veel tijd.

Dromerig deelde ik met de verkoper: “Dus eigenlijk geef ik u 18 maanden van mijn leven en krijg ik van u een Volvo”.

De verkoper keek verbijsterd. Toen zei hij: “Sorry, daar heb ik geen tijd voor!”. En hij ging op zoek naar een ander slachtoffer.